Overweging over de doelmatigheid van het verlagen van overdrachtsbelasting bij het invoeren van de maatregel
Wijzigen Overdrachtsbelasting heeft maar beperkte invloed op de woningmarkt.
Hoe zat het ook al weer? Indien de vraag sterk toeneemt bij een wijziging van de prijs is een goed prijselastisch. Indien consumenten zich massaal op de markt begeven bij een prijsdaling, heeft een prijsverlagende maatregel een groot effect op de vraag. De vraag naar I-pads is wellicht prijselastisch. De vraag naar woningen is niet zo gevoelig voor een prijsverandering. De prijsdaling vanaf 2008 heeft dan ook niet geleid tot een bloeiende woningmarkt. De vraag is namelijk vooral afhankelijk van het besteedbaar deel van het inkomen voor een woning. Dat kan iedere hypotheekadviseur u vertellen. Overigens is ook het aanbod op de woningmarkt nauwelijks afhankelijk van de prijs. Een verandering van de prijs leidt dus nauwelijks tot ander gedrag van de kopers of verkopers.
Gevolg zal zijn dat de verkoper, die kennis neemt van een verlaging van de overdrachtsbelasting, de prijs van zijn woning meteen kan verhogen. De verkoper incasseert de bonus. De koper merkt nauwelijks iets van de verlaging van de overdrachtsbelasting. Bij ongewijzigde marktomstandigheden zal bij de volgende verkoop -statistisch over 7 jaar- hetzelfde gebeuren en dan pas zal de koper het verschil in overdrachtsbelasting genieten. Maar dan is het beleid wellicht weer veranderd. En daarin schuilt een volgend probleem. Hoop op een prijsverlaging leidt onmiddellijk tot een kopersstaking op korte termijn, want wachten op verdere prijsverlaging lijkt immers te lonen. Het beste wat de regering op korte termijn kan doen is een verhoging van de overdrachtsbelasting aankondigen om vervolgens niets te doen. Op lange termijn: verhogen.
Karel van Soest, Venray